EEN VOLK, EEN NAAM

Slechts éen geloof wil ik belijden:
Mijn heilig Nederlandsch geloof.
Godsdienst, noch oorlog, ramp noch roof
Mag Vlaanderland van Holland scheiden.
Wij hooren saam, wij blijven saam:
In Noord en Zuid éen volk, éen naam!

Waar Breydel en de Ruyter vochten,
Daar zong de vrijheid in de vaan.
Moet niet de schoonste hemel staan
Waar Rubens en waar Rembrandt wrochten?
Wij hooren saam, wij blijven saam:
In Noord en Zuid éen volk, éen naam!

Wij kunnen 't vreemde en vreemden eeren
Doch niet in Limburg, niet in Sluis.
Wij haten Franschman, Brit, noch Pruis.
Maar handen t'huis, of 't kan verkeeren!
Wij hooren saam, wij blijven saam:
In Noord en Zuid éen volk, éen naam!

Hoe lang nog, Vlaanderen, zult gij dulden
Dat gij der gouwen minste zijt?
Ten strijd, ten strijd! Het wordt hoog tijd
Om de oude sporen te vergulden.
Wij hooren saam, wij blijven saam:
In Noord en Zuid éen volk, éen naam!

Benaadren, broeders, niet benijden!
Is Holland thans de rechte schoof,
Zijn heilig Nederlandsch geloof
Kan ook de Vlaming trotsch belijden.
Wij hooren saam, wij blijven saam.
In Noord en Zuid éen volk, éen naam!



90 De Noodhoorn. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p.
101 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
150 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.