HERMAN VAN DEN REECK

Op 't feest der Gulden Sporen
te Antwerpen, bij klaren dag,
heeft Vlaandren een held verloren
lijk de oorlog er géen zag.

Blindelings gevallen
voor België zijn duizendtallen,
duizendtallen,
God heb' hun ziel!
Wat hebt gij aan die allen,
Vlaamsch Volk? Slechts éen die voor u viel.

Wie zal den Vos zijn kuren korten?
Wie rukt den Strauss de veeren uit?
Wie zal 't geweld in 't water storten?

Die jong zijt, wreek,
die Vlaming, wreek!
Bloed voor bloed! Huid voor huid!

Die Vlaandren boven
België ziet, welaan,
laat ons met daden loven
den trouwen van den Reeck.
Dreigen niet, maar slaan!
Zijn dood zal voor me staan
als ik den beul naar 't harte steek.



87 De Noodhoorn. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p.
98 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
114 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.