HOE GLOEIT, HOE GLOEIT, HOE GLOEIT VANDAAG

Hoe gloeit, hoe gloeit, hoe gloeit vandaag
het stukje zon dat ik als harte draag!
Het stukje zon, zoo sterk aan 't slaan,
den laaien leeuwerik trekt het aan.

Hoe schalt, hoe schalt, hoe schalt het lied,
dat uit mijn hart naar wijden hemel schiet!
Gods vlam is door mijn hart gegaan.
Nu mag de dag vol wolken staan.



81 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.