WIENS GELUK IS HOOGER

Wiens geluk is hooger dan het onze? Wiens?
Vraagt wie opstijgt dat de weg zich evene?
Ons is de rouwsmart van de nageblevene,
met telkens weer de vreugd des wederziens.

In ons leven ligt het schoone van den dood;
in den dood het schoone van ons leven.
Gij hebt u gansch, ik heb mij gansch gegeven.
Daarom is onze liefde goed en groot.



46 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.