AAN MIJN VOLK

Zal ik mijn eerste daad verdedigen? -
Sla met een tweede, harder, toe.
Die mij belasteren en beleedigen
Stap ik voorbij. Zij weten hoe!

Mijn sterke liefde doet mij haten.
Mijn liedren zijn der zwakken leed.
Een arme Volk geldt boven staten;
Geen peis eer Vlaandren Vlaandren heet.

Als 't echte in eedlen roem zal rijzen,
En 't valsche zinken in zijn schand;
Als Vlaanderen zichzelf zal prijzen,
Dan heb ik weer een vaderland.



80 De Noodhoorn. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p.
89 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
105 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.