ALS DE HEILAND

Jong en schoon,
Hebt gij uzelf aan 't kruis doen spijkeren
Voor het heil der wereld.
Uw zuiver straalbloed perelt
In uw zware doornenkroon,
O België, Gods liefste Zoon.

Verheven boven aarde
Draagt gij gelaten
Uw wrange smart.
Aleer uw brekend oog de trage traan kan laten
Stolt uw hart.

Doch wee, schrikwee, het beulenrot,
Dat, om uw laatste have,
De wacht houdt vóor het lijk.
Den derden dag verrijst gij uit den grave,
Jong en schoon, glorierijk.



28 De zware kroon. Verzen uit den oorlogstijd, Bussum 1915, 58 p.