AMAVI.
O zeg mij niet; daar is geen liefde meer!
Ik heb bemind, gevoelig, innig, vurig,
Niet uit berekening, niet wispelturig,
Ik heb bemind in eenvoud, en in eer.
Dat ik haar liefhad, zwoer ik menig keer,
En droeg mijn last geduldig en gedurig,
Den hemel en diens zaligheid naburig,
De hel en hare smarten, evenzeer.
Ik zag het outer van de liefde, en brandde er
Den wierook dien de minnegod verzoekt
Zoo mild en menig als de Griek Leander.
Ik heb bemind, gezegend, en gevloekt;
k'Herlees "Mijn Liefde" dag voor dag geboekt,
En... rook mijn pijp zoo rustig als een ander!
65 Echo's, Gent (A. Siffer) 1900, 131 p.