DE HALVE MAAN, DE HELFT DER STERREN
De halve maan, de helft der sterren,
en alles klaar, zoo klaar, zoo klaar.
Nacht nachtegaalt uit stille sperren.
Mijn hart is daar.
De halve maan, het licht vol duister,
en alles vroom, zoo vroom, zoo vroom.
Nu wensch ik niet dat liefste luister,
maar dat zij droom'.
48 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.