DE JONKERS.

Plaats voor den Pruis, den aadlijker pronker
Waar den Beier den nek voor buigt:
Plaats voor den prins, den graaf, den jonker,
Rijk voor den rooftocht opgetuigd!
Naast den Turk en den heiligen dood
Is de duivel hun bondgenoot.

Over de Belgen willen ze trappelen
Franschen en Russen laten bloên,
Gooien met bommen als met zure appelen,
Tot die van Londen den knieval doen.
Naast den Turk en den heiligen dood
Is de duivel hun bondgenoot.

Vrouwen en kinderen zullen ze treffen
Ridderlijk met een machiengeweer.
Hoeven en hutten strijken zij effen,
Kathedralen halen ze neer.
Naast den Turk en den heiligen dood
Is de duivel hun bondgenoot.

Onderzeeërs willen ze bouwen
Dat ze den klaren dag niet zien.
’s Nachts in de lucht moordkermis houen
Pruisen ter eere en Zeppelin.
Naast den Turk en den heiligen dood,
Is de duivel hun bondgenoot

Al de volkeren moeten in ’t donker,
Al de steden worden hun stal.
Plaats voor de paarden, plaats voor den jonker,
Hoera, Joechheisa, de Pruis bovenal!
Met den Turk en den heiligen dood
Vindt de duivel hen wondergroot!

De Vlaamsche Stem 2 mei 1915