DE KOORTS ZINGT OM MIJN HART EEN DUISTER LIED
De koorts zingt om mijn hart een duister lied,
en 't duistert om mijn huis.
Nu komt het neer, met zwaar geruisch.
Het regent. Liefste, heeft uw ziel verdriet?
De koorts zingt om mijn hart een duister lied.
Ik luister naar mijn hart.
Daar ruischt de zang der zoetste smart.
Het regent. Liefste, liefste, hoort gij 't niet?
127 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.