EEN SCHOON VERLANGEN IS ONS LEVEN

Een schoon verlangen is ons leven,
een varen naar een hooger heil.
Wij volgen vast voor wind gedreven
de gouden spanning van het zeil.

Hoe zwaarder of de baren zwellen,
te rijker scheurt hun volle vorm;
en dreigt der heemlen nacht, wij hellen
elkander tegen in den storm.

Is hier, is hooger onze haven?
Die vraag heeft nooit mijn hart benauwd.
Het beste wat de goden gaven
is liefde die haar licht betrouwt.



31 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.