GELIEFDE, NU DE DAGEN NADEREN

Geliefde, nu de dagen naderen,
waarin het jaar ter zonne gloeit,
laat ons het blauwe boek doorbladeren,
waarin uw ziel voor eeuwig bloeit.

Het is uw eigen, gansch uw eigen,
dit lied van hoogste lust en smart,
bij godengunst en menschendreigen
al liefde, al hoop, al zuiver hart.

Heb ik der schoonheid meer gegeven
dan wat ik rijk en groot ontving?
Lees in mijn leven klaar uw leven,
en ons geluk in uwen ring.



23 Overgebleven Gedichten, Amsterdam (G. Van Soest) 1937, 31p.