GRIJPLAND

Grijpland,
nijpland,
Engeland,
steek schoon Vlaanderen niet in brand.
Blijf van onz' steden, blijf van onz' dorpen,
waar gij den haat en den honger zaait.
Laat uw bommen onuitgeworpen,
wilt gij niet zien, dat Londen laait.
Loert gij op haat, loert gij op buit,
vecht uw vechtlust elders uit.

Grijpland,
nijpland,
Engeland,
maak geen klauw van een menschenhand.
Laat uw roem- en uw roofzucht varen;
denk om den Ier, denk om den Boer.
Scheld niet uw buren tot barbaren,
houd niet de waarheid voor een hoer,
Tot een anders leed
doe niet zoo breed,
eng, eng Engeland!



39 Vaderlandsche liederen, Volksuitgave, Anderlecht 1917, 48 p.
78 Nagelaten Gedichten, Amsterdam (G. Van Soest) 1937, 95 p.
77 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.