HERHALEN, HERHALEN
Herhalen, herhalen,
bij nacht, de nachtegalen
een zelfde lied,
wij merken 't niet.
Zoo vurig, zoo vurig,
hervattende gedurig,
zet hooge min
haar trillers in,
dat, of zij jubelt of zij pijnt,
ons alles nieuw en eenig schijnt.
68 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.