HET GOUDEN LIEDJE VAN DEN WIJN.
Het gouden liedje van den wijn,
dat heeft geen theosoof gevonden.
Wijn is een veel te zoete drank
dan dat hij zou gedronken zijn
door zure monden.
Gelijk in deze kleur en klank,
Zon trilt in wijn en rank.
Een grauwe trouwloosheid aan aard
begaan, wie zich om vreugd verdrieten.
Sta verre die van dezen disch,
waar geur van goudwijn, godenwaard,
lokt tot genieten.
Zoolang in wijn nog waarheid is,
weg, schijnvrome ergernis!
Daar moet nog helder opgehaald 1),
daar moet nog helder ingeschonken,
met glas aan glas geklonken zijn;
daar moet nog versch en onverschaald
een teug gedronken
op vriendschap, die, als ed'le wijn,
nooit oud genoeg kan zijn!
1) "Daar moet nog helder opgehaald" beteekent:
er moet nog een nieuwe flesch helderen wijn uit
den wijnkelder worden gehaald.
87 Nagelaten Gedichten, Amsterdam (G. Van Soest) 1937, 95 p.