HET IS ZO SCHOON ZICH ÉÉN TE WETEN
Het is zoo schoon zich één te weten,
in 't wonder van een hemelsch vuur,
al 't andre, al 't andre te vergeten
en God te zijn een aardschen duur.
Te schenken mild en mild te ontvangen,
te omarmen wat men hoog aanbidt,
en eeuwig eeuwig te verlangen
naar wat men eeuwiglijk bezit.
De zomers gaan, de winters komen;
de jaren jagen, ijlen heen;
doch waar de zuivre sterren stroomen
is ook het licht der zielen één.
5 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.
163 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.
189 René De Clercq. Liederen, leeft! Sint-Niklaas 1977, 202 p.