HOE MOET IK VAN U HOUDEN
Hoe moet ik van u houden,
mijn schoon, lief kind!
Uit zonberoosde wouden
waait de avondwind
uw haar vol goud en geuren.
Hoe moet ik van u houden,
die steeds van u moet gaan!
Kwam scheiden nooit en eenzaam treuren,
schoon hart, hoe zouden
wij God verstaan!
116 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.