KERSTVERLANGEN

Hoe zacht der klokken klagen,
Uitzindrend op mijn hert!
Het sneeuwt op donkre smert.
En vromen hoor ik vragen,
Terwijl de dag komt dagen,
Wat groots geboren werd.

Gebogen menschen rijzen
En zien elkander aan.
Voorbij de bloedige waan!
De volkren zijn te prijzen
Waar Koningen en Wijzen
Langs witte wegen gaan.

O gij, die recht en rede
Begeert, genoeg gedwaald.
De zoen des hemels daalt.
Verheugt u telkerstede:
Geboren is de Vrede
Die godlijk ademhaalt.



18 De Noodhoorn. Vaderlandsche liederen, Utrecht 1916, 63 p.
7 Vaderlandsche liederen, Volksuitgave, Anderlecht 1917, 48 p.
12 De Noodhoorn. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p.
21 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
28 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.