LIED VAN GROOT-NEDERLAND
Waar een Volk leeft, leeft een recht,
een plicht tot eigenwaarde.
Ons volk heeft in zijn hart gezegd:
maak schoon uw deel der aarde.
Maak schoon, maak sterk uw deel,
dat gij met trots kunt tonen
de kleinste plek in 't groot geheel
waar Nederlanders wonen.
Wat een Volk kan, voelen wij;
wij leerden het drievuldig.
Een groter Neerland is nabij:
wij zijn 't de wereld schuldig.
De wereld? Neen, onszelf,
de vrijheid die we dragen,
onz' aarde en 't hoge luchtgewelf
dat spant om onze dagen.
Hollands, Vlaams, Zuid-Afrikaans,
slechts de naam is anders.
Boven 't vlak des oceaans,
boven ruimte, boven tijd,
staan wij in der geesten strijd,
in weelde, in nood,
trots krijg en dood,
Drieénig groot,
Groot-Nederlanders.
28 De Noodhoorn. Vaderlandsche liederen, Utrecht 1916, 63 p.
14 Vaderlandsche liederen, Volksuitgave, Anderlecht 1917, 48 p.
22 De Noodhoorn. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p.
31 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
114 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.
149 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.
58 René De Clercq. Daar is maar één land.... Hasselt 1964, 76 p.
128 René De Clercq. Liederen, leeft! Sint-Niklaas 1977, 202 p.