LIEFSTE, HAAT DE NACHTEN NIET

Liefste, haat de nachten niet.
Heeft de rust geen zachte deugden?
Nacht is als een schoon verdriet
tusschen hooggespannen vreugden.

Scheiden beiden land en lot,
niets kan mij zoo ver ververren,
of ik voel uw Ziel in God
en het rijk geluk der sterren.



27 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.
167 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.