MIJN LIEFSTE LAG KRANK IN MIJN VER, SCHOON LAND
Mijn liefste lag krank in mijn ver, schoon land.
Ik zat aan haar bed met haar hand in mijn hand.
Mijn ziel lag vast in haar trouwen ring.
En de dag verging, en de nacht verging....
166 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.