PALMEN-ZONDAG.
Kalm rijdt de groote Zoon van Betlehem,
Den heuvel op, en Sions muren binnen.
De menigte verdringt zich bont om Hem,
En feestlijk glanzen alle torentinnen!
Een prachtapijt van palmen, bloemen, linnen,
Bekleedt de straten van Jeruzalem;
En duizend stemmen worden ééne stem:
Heil Hem, die door de liefde wou verwinnen!
Ik sta met mijn beminde in 't volksgedrang,
Vol ongeduld, om met een zegezang,
Den God der liefde als mijnen God te groeten!
Hij komt, mijn lieve! Zie, ginds nadert Hij!
Hosanna! Jubel, zing, en werp Hem blij
Den palmtak onzer liefde vóór de voeten!
52 Echo's, Gent (A. Siffer) 1900, 131 p.