ROOD IS HET BLOED IN DE PALMEN DER HANDEN

Rood is het bloed in de palmen der handen,
rood is het bloed in de bloem van den mond.
Ei, in de sneeuw te branden,
te branden;
bloemen te gaan uit den harden grond!

Zie, o zie, hoe de dennen verhoogen,
kerstboomen, trotsch op hun heerlijke dracht.
Overal glans van uw oogen,
uw oogen:
't licht dat de Lente in den Winter bracht.



44 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.