SCHITTERDEN UW OOGEN NIET
Schitterden uw oogen niet,
bloeide niet uw mond,
Ria mijn, geen enkel lied
bracht mij de avondstond.
Schitterden uw oogen niet,
geurde niet uw hart,
al mijn denken werd verdriet,
al mijn strijden smart.
Ria mijn, Ria mijn,
om uw hart, uw mond, uw blik,
menig avond nog zal ik
gansch gelukkig zijn.
39 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.