SINTE MAARTENSAVOND.
Sinte Maartensavond.
De toren gaat naar Gent.
Mijn moederke bakt wafels,
En 'k zit er geern omtrent.
Zit ik den temper,
Moeder zegt: gij kremper!
Zit ik bij het ijzer,
Moeder zegt: gij knijzer!
Zit ik bij den koteraar,
Moeder zegt: wat doet gij daar?
En slagen!
En slagen!
Moedertje, bak, en sla mij maar
Ik kan het wel verdragen.
117 Liederen voor 't Volk, Maldegem (V. Delille) 1903, 143 p.
205 Gedichten, Amsterdam (S.L. Van Looy) 1907, 224 p.
220 Gedichten, tweede vermeerderde druk, Amsterdam 1911, 242 p.
283 Gedichten, derde vermeerderde druk, Amsterdam 1918, 305 p.