ALS DE ZON MAAR WOU Als de zon maar wou dan hadden de boozen niet alles weggenomen wat schoonheid is in deugd, wat lust in strijd. Als de zon maar wou, jóng bleef de jeugd, geur opende de rozen, en die mij liefde en leven zijt, mijn Licht, gij waart gekomen al langen tijd. Als de zon maar wou, dan scheurden de wolken van duisternis tot glans, van grauwe kou tot gloed. Als de zon maar wou, dan was er bij de volken vrede, waarheid bij de menschen, blijdschap in mijn bloed. Als de zon maar wou, ik had mijn zonnewenschen gansch en Ria hier voorgoed! Uit Rialiederen, Derde Boek nr. 148, handschrift van René De Clercq.