BIGGETJES Veertien kleine biggen liggen rond de moederbig; koestren zich, kloesteren zich, maken gromgeluidjes met hun scherpe snuitjes. Veertien kleine biggen liggen rond de moederbig, strekken zich, rekken zich in hun roze huidjes. 11 Onze baby's, Amsterdam (De Hooge Brug) 1920, zonder pag.