DAT ZWERVEN IK EN ZINGEN MAG Dat zwerven ik en zingen mag door ruwen herfst- en winterdag doet liefde, úw liefde. Dat ik kan branden uit 't gewoel mijn luide hart een zonne voel doet liefde, úw liefde. In trouwe en Godgezegend Dietsch van al zijn wereld vraag ik niets dan liefde, úw liefde! Uit Rialiederen, Zevende Boek nr. 374, handschrift van René De Clercq.