DIE WREEDELIJK WERDT GEDAAGD Die wreedelijk werdt gedaagd om te getuigen van uw liefde, hoog op mijn hart, dat scheurt en juicht: gij hebt gesproken, hebt getuigd! Heldin bij hoon, vorstin door smart! Onversaagd hebt gij der boozen spot getart, met grootschen moed vernederd wie u griefde. Gij hebt getuigd van uwe liefde. Wel wisten zij mij diep te treffen toen zij u raakten in het hart. Mijn Ria! In trouwe en trots, rein boven laster, schoon zal ik u heffen en dragen in den zegen Gods. Bussum, April, 1919. Uit Rialiederen, Derde Boek nr. 136, handschrift van René De Clercq.