EEN IEDER LIED DAT BRANDT Een ieder lied dat brandt ter bronne, ik draag het als een zonne op reine, sterke hand. Niet scheuren kan mijn ziel, niet deelen, voor ้ene, niet voor velen, is elke vonk die viel. 53 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.