IK HOOR EEN RUISCHEN IN MIJN HART Ik hoor een ruischen in mijn hart. Mijn Ria speelt. De zang is rijk, de toon is zwart: Geheel haar beeld. Geheel haar ziel in klaagmuziek en donkren zang. Mijn ooge brandt, mijn lied is ziek, al lang, zoo lang. Dat ruischen, ruischen in mijn hart, als Ria speelt! O heilige wonde, schoone smart, die niemand heelt! Uit Rialiederen, Zesde Boek nr. 323, handschrift van René De Clercq.