IN HOOGE BOOMEN ZONDER BLAD In hooge boomen zonder blad daar zit er een te fluiten. Hoe stemt u in de torenstad het donkren vóór de ruiten? Het avondt, avondt om me heen. De nacht is half geboren. Nu moest mijn liefste naast me treên en mijn gedachten hooren. Uit Rialiederen, Zevende Boek nr. 281, handschrift van René De Clercq.