MIJN VREUGD EN KOMMER TEVENS Mijn vreugd en kommer tevens, mijn liefde en moed, stijg in de kracht des levens, waar het vrije het vrije ontmoet. Hoog is ons geluk! Zoo laagheid u wil laten, zoo laster u beliegt, zoo honderden u haten, stoot af, met forschen druk, gelijk de wakkere vogel de twijgen nederdwingt, aleer hij, breeder, vliegt. Hoog is ons geluk! Daarheen! Angst en zorgen spatten uiteen als blad en dauw. Wijl het ritselt nog daaronder - hoe hel de hemel om den leeuwerik zingt - ver ruischen wij, als door een wonder van diep schoon blauw, en worden éen in 't zuivere van den morgen. 224 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.