O ALS DE LIEFDE WEDERKEERT. O, als de liefde wederkeert uit 't verre land van 't lijden, dan helpt het niet dat ge u verweert, dan duurt geen tegenstrijden. Ze breekt uw lans, ze klieft uw schild, bedreigt u 't lieve leven; en of ge wilt of niet en wilt, ge moet u overgeven. Dan wordt uw lans en schild hersmeed; gij wordt een van haar knechten, en moet weer, zij 't u lief of leed, voor de oude liefde vechten. 18 Uit zonnige jeugd, Amsterdam z.j. (1916), 75 p. 132 Gedichten, derde vermeerderde druk, Amsterdam 1918, 305 p.