O LIEFDE, IS ONZE LIEFDE EEN WONDER O Liefde, is onze liefde een wonder! Ten hemel brandt zij als de zon. De werelden gaan op en onder, maar zij blijft staan, waar zij begon. Maar zij blijft staan of schijnt te stijgen bij elke trede die wij doen. Ons leven is een zuiver hijgen naar zonnekracht en zomergroen. Wat geeft het of wij onbegrepen als menschen onder menschen gaan, of schaduwlovers, hartbenepen, de hoogste wegen niet bestaan. Door liefde zijn wij uitverkoren om een te zijn in held'ren plicht. Wie tot den zonnekreits behooren, gaan eeuwig, eeuwig in schoon licht. 63 Nagelaten Gedichten, Amsterdam (G. Van Soest) 1937, 95 p.