SNEEUWVLOKJES ZIJGEN Sneeuwvlokjes zijgen rustig neder, op de daken, op de twijgen, maken laken en schoon weder. Ik ging zoo geern, heel ver te voete, wist ik mijn zoete in sneeuw te ontmoeten. 48 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.