VLAANDEREN, ONS VADERLAND O d'eerste daad, o d'eerste dag! Mijn Vlaandren, dat begraven lag, is uit den dood verrezen. Al rooft geweld zijn naam en faam ons volk spant harder krachten saam, wil Vlaandren, slechts Vlaanderen wezen! O Vlaandren, vlammend leeuwenland, uw vrijheid wreekt der eeuwen schand. Uw jeugd doet trotsch den eed gestand: Wees Vlaandren, ons Vaderland. O heilig recht, o hoogste goed, bezegeld met het reinste bloed ten dag der Gulden Sporen; o recht, waarvoor gestorven is, dat rood en groot verworven is, o vrijheid, nooit gaat gij verloren! Zoo lang de zon in 't oosten daagt, zoo lang de wereld volkren draagt, blijft Vlaandren, een der eerste. Wie vlaamsch, van eigen land gewaag, hoort nimmer meer de schandevraag of ooit een vreemde er heerschte. Uit zijn zangboekjes, Vierde boek, René De Clercq liederen, Bussum 1920, handschrift van René De Clercq. Voetnoot bij een muziekstuk met de verzen in handschrift: afzonderlijke tekst op bladzijde 516 (De Toorts, 14Aug 1920). avr