VRAAG NIET WAAROM. Ik voer u tegen; vraag niet waarom. Hoe blij de wegen vol zonnezegen! Kom, lieve, kom. Mijn zoet verlangen, vraag niet waarom. De leeuweriks hangen op bruiloftzangen ten hemelkom. Bedenk noch reken, noch vraag waarom, - als harten breken en tranen leken zijn woorden stom. Mijn hert en ader, vraag niet waarom. Een goede Vader bracht ons te gader, die weet waarom. 74 Liederen voor 't Volk, Maldegem (V. Delille) 1903, 143 p. 22 Uit zonnige jeugd, Amsterdam z.j. (1916), 75 p. 153 Gedichten, derde vermeerderde druk, Amsterdam 1918, 305 p.