WIE HOUDT HET ZONNEKEN IN ZIJN HAND
Wie houdt het zonneken in zijn hand?
Het gaat om geld, om macht, om eer,
om heden veel en morgen meer.
Het gaat om glans, om licht, om schijn,
om heel de wereld en het mijn.
Wie houdt het zonneken in zijn hand?
Zij brandt, zij brandt, zij brandt!
Liefde zingt en trekt door 't land.
14 Overgebleven Gedichten, Amsterdam (G. Van Soest) 1937, 31p.