WIE VOOR LIEFDE LEEFT
Wie voor liefde leeft
leeft van schoon verlangen,
dat wie alles geeft
alles zal ontvangen.
Wie voor liefde leeft
voelt de goden zullen
waar hij hoog naar streeft
om henzelf vervullen.
40 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.