ZOO GROOT HEB IK UW LIED GEDACHT
Zoo groot heb ik uw lied gedacht -
het is vól dag, het is vól nacht,
het buitenste gewelf -
zoo groot heb ik uw lied gedacht,
dat ik mijn schoonste lied veracht.
Uw lied, dat is God zelf.
241 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.