ZOO HEERLIJK IS DE MAAN
Zoo heerlijk is de maan
nooit opgegaan.
De donkere pracht
der aarde trilt in haren schijn
en voelt de blauwe rust des hemels aan.
De dag, na dezen nacht,
kan maar half een schoonheid zijn.
249 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.