ZOOVEEL HEB IK GEZONGEN

Zooveel heb ik gezongen,
Vlaandren, van vreugd.
Kon smart mijn hart verjongen!
Een lied, in sterke longen,
Het deed wel deugd....
Des mij geheugt.(1)

Mijn broeders zijn in lijden,
Vlaandren in nood.
Waar zijn ze nu de tijden
Van opstaan en bevrijden,
Van daad en dood?
De dag ziet rood.(1)

't Vergt spoed dat ik bevechte
Die 't volk belaan;
't Geweer den wand onthechte,
En bane een baan.
Volgt mij, en tegen 't slechte,
Vooruit, vooral, vooraan,
Mijn wapen is mijn rechte,
En links de vaan,
Pal zal ik staan.

(1) Alleen in de eerste, tweede en de Volksuitgave.



8 De Noodhoorn. Vaderlandsche liederen, Utrecht 1916, 63 p.
4 Vaderlandsche liederen, Volksuitgave, Anderlecht 1917, 48 p.
8 De Noodhoorn. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p.
17 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
23 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.